Databridge-partners configureren - HxGN EAM - 11.07.01 - Beheer en configuratie

HxGN EAM Databridge System Administrator

Language
Nederlands
Product
HxGN EAM
Search by Category
Beheer en configuratie
HxGN EAM Version
12

U kunt de partners van uw Databridge-netwerk zo configureren dat communicatie mogelijk is tussen Databridge en de integratiepartners. Standaard worden tijdens de Databridge-installatie automatisch twee vooraf gedefinieerde partners ingevuld. U kunt desgewenst extra partners toevoegen.

Zie de volgende omschrijvingen van de vooraf gedefinieerde partners:

Partner

Omschrijving

Mijn onderneming (*)

Met de partner "Mijn onderneming" wordt uw onderneming (HxGN EAM) vertegenwoordigd waarmee de externe applicatie moet worden verbonden via Databridge.

De toegewezen code * wordt gebruikt als de partnercode voor het HxGN EAM-systeem. U kunt de partnerbeschrijving desgewenst wijzigen, maar u kunt deze record niet verwijderen.

U moet een HxGN EAM-gebruiker als de Databridge-systeemgebruiker selecteren en vervolgens de gebruiker-ID en het wachtwoord van die gebruiker invoeren voor de partner van * (Mijn onderneming). DATABRIDGEINTERNALUSER is vooraf ingesteld als de Databridge-systeemgebruiker.

Standaardintegratiepartner (2)

De "Standaardintegratiepartner" (2) staat voor de partnerserver waarmee Databridge communiceert, bijvoorbeeld een ERP-systeem.

Infor ION-partner (INFOR-ON-RAMP)

De ingebouwde verbinding met Infor ION voor integratie met andere Infor-applicaties met behulp van Infor SOA. Zie HxGN EAM Configuration Guide for Databridge ION voor volledige instructies over de configuratie van Databridge om verbinding te maken met Infor ION.

In vorige versies van Databridge kon communicatie slechts met één partner plaatsvinden en had de Partner-ID de vaste waarde "2". In de huidige versie van Databridge kunt u meerdere partners hebben die deelnemen aan de integratie.

Verwijder geen van de vooraf gedefinieerde partnerrecords.

  1. Selecteer Beheer > Databridge > Databridge-partners.

  2. Selecteer de partner die u wilt configureren en klik vervolgens op het tabblad Recordweergave.

    Actief moet voor partner * zijn ingeschakeld voor alle uitgaande documenten die moeten worden gegenereerd. U kunt deze vlag wissen om het genereren van uitgaande documenten tijdelijk te stoppen. De gebeurtenissen die plaatsvinden gedurende de periode waarin de selectie van de vlag is opgeheven, worden opgeslagen. Het uitgaande document wordt voor partners gegenereerd wanneer de vlag wordt geselecteerd.

    Wanneer de optie Actief voor een van de andere partners wordt uitgeschakeld, worden de inkomende documenten van die partner niet door Databridge geaccepteerd.

  3. Geef de volgende gegevens op:

    Omschrijving - U kunt hier desgewenst de omschrijving van uw onderneming opgeven of wijzigen.

    Partner-ID - Wijzig hier de ID op basis waarvan de partner kan worden geïdentificeerd in de bedrijfsdocumenten die met de partner worden uitgewisseld. Deze code is de LOGICALID in een Databridge-document dat via Databridge is verzonden of ontvangen.

    Standaardorganisatie - Geef hier de organisatie van uw onderneming op.

    Gebruiker-ID - Voer hier een code in op basis waarvan de Databridge-servergebruiker kan worden geïdentificeerd met het oog op partnerverificatie voor berichten die zijn ontvangen door de HTTP-webserver van Databridge. Als in dit veld niets wordt ingevuld, hoeft de partner geen verificatiegegevens (gebruiker-ID en wachtwoord) op te nemen in de HTTP-aanvragen die worden verzonden naar Databridge.

    Wachtwoord - Geef hier het wachtwoord op voor de gebruiker van de Databridge-server.

    Speciale verwerking - Geef hier een aangepaste processor op voor speciale verwerking van de logboekregistratie voor de Databridge-server. In de meeste gevallen kunt u dit veld leeg laten.

    Als u een upgrade uitvoert van versie 2.x, moet de waarde die is opgegeven voor Gebruiker-ID en Wachtwoord hetzelfde zijn als uw gebruiker-ID en wachtwoord voor de WebMethods-server.

    Gebruiker-ID HxGN EAM - Geef hier de gebruiker-ID op ter identificatie van de HxGN EAM-gebruiker. Alle inkomende Databridge-transacties van de partner worden verwerkt met de EAM-gebruiker die door deze gebruiker-ID is opgegeven.

    Wachtwoord HxGN EAM - Geef hier het wachtwoord op voor de HxGN EAM-gebruiker.

    Voor partner * moet u Gebruiker-ID HxGN EAM en Wachtwoord HxGN EAM invoeren voor de HxGN EAM-gebruiker die als de systeemgebruiker van de Databridge-server is geselecteerd. Voor andere partners moet u een Gebruiker-ID HxGN EAM en Wachtwoord HxGN EAM voor een HxGN EAM-gebruiker invoeren

    Adres - Voer hier voor inkomende verwerking de URL in waarnaar het bevestigingsdocument (ConfirmBOD) moet worden verzonden. Voer hier voor uitgaande verwerking de standaard-URL in waarnaar uitgaande documenten moeten worden verzonden. om zakelijke transacties voor de partner uit te voeren.

    Als u van een eerdere versie van Databridge opwaardeert, moet de waarde die is ingevoerd voor Adres de URL van de webMethods-integratieserver zijn waarmee berichten worden ontvangen. De waarden die zijn ingevoerd voor de velden Aanmeldnaam en Aanmeldwachtwoord, moeten de gebruiker-ID en het wachtwoord van de beheerder van de webMethods-integratieserver zijn.

    Als u uitgaande documenten naar een bestandsmaplocatie verzendt met het Databridge-partnerbestandsprogramma, voert u PartnerFile in het veld Adres in en laat u Aanmeldnaam en Aanmeldwachtwoord leeg.

    Aanmeldnaam - Geef hier de code op waarmee u zich wilt aanmelden bij het ontvangende systeem.

    Aanmeldwachtwoord - Geef hier het wachtwoord op waarmee u zich wilt aanmelden bij het ontvangende systeem.

    Als u een eerdere versie van Databridge opwaardeert, moeten Aanmeldnaam en Aanmeldwachtwoord gelijk zijn aan de gebruiker-ID en het wachtwoord van de beheerder van de webMethods-integratieserver.

    Als u uitgaande documenten naar een bestandsmaplocatie verzendt met het Databridge-partnerbestandsprogramma, voert u PartnerFile in het veld Adres in en laat u de volgende aanmeldnaam en het volgende aanmeldwachtwoord leeg.

    Zie Databridge-documentbestanden verzenden en ontvangen verderop in dit hoofdstuk voor informatie over Databridge-documentbestanden en het Databridge-partnerbestandsprogramma.

    Speciale verwerking respons - Geef hier een aangepaste processor op voor de speciale verwerking van de bezorging van berichten bij het ontvangende systeem van de partner.

    Aantal pogingen - Geef hier het maximale aantal keren op dat de Databridge-server mag proberen gegevens naar de partner (ontvangend systeem) te verzenden.

    Aantal minuten tussen pogingen - Geef hier de wachttijd op tussen herhaalde pogingen om gegevens te verzenden.

  4. Klik op Record opslaan.